top of page

Fluisterstil zit hij daar. Het ondergaande zonnetje beroert nog net even zijn verenpak. Het zal niet lang meer duren voordat het donker is en dan is het afgelopen met de rust. Alert houdt hij alles in de gaten nu hij even alleen zit. Daarnet zat hij nog met een stuk of 35 andere ransuiltjes op zijn vaste roestplaats te slapen. Dan zijn er zoveel meer ogen en oren die opletten, maar nu hij die plaats verlaten heeft zal hij zelf alles scherp in het oog moeten houden en heeft hij geen tijd meer om een uiltje te knappen. Hij is er klaar voor. Klaar voor de naderende schemer en de jacht die eindelijk geopend kan worden. Hij heeft trek. Gisteren was niet zijn beste dag en had hij maar een magere vangst. De hele nacht had hij hard doorgewerkt, maar zijn jongen bleven maar bedelen. Onafgebroken klonk hun gekras in het duister. Hij vindt dat zo'n naar geluid! Het gaat hem soms door merg en been en spoort hem aan om nog harder zijn best te doen. Het zijn net een stel pubers, denkt hij: onverzadigbaar en luidruchtig. Ze voelen zich al zo groot en trekken ook al steeds meer de wijde wereld in, maar ondertussen bakken ze er nog zo weinig van. Overal waar zij zijn geweest tref je een spoor van rotzooi aan. Gisteren bijv. nog lagen de veertjes van een meesje werkelijk overal, maar het 1x klemvast in hun pootjes krijgen, ho maar! Dat meesje had natuurlijk alle tijd om alarm te slaan, dus voorlopig heb ik daar dan niets meer te zoeken. Zo verprutsen ze heel veel mogelijkheden voor mij, maar daar wordt niet over nagedacht. Zij zien gewoon de lol overal van in en vragen alleen wanneer we weer gaan eten. Ik heb ook geen idee waar die oortjes voor dienen hoor. Luisteren kunnen ze er in ieder geval niet mee. Ik heb ze nu al zo vaak verteld dat ze stil moeten zijn en dat ze het moeten hebben van het onverwachte, van de verrassingsaanval, maar ze weten het zelf natuurlijk weer beter. Ze denken als uil alle wijsheid in pacht te hebben, maar wijsheid komt met de jaren. Oh, ze moeten nog zoveel leren, die uilskuikens van me, maar het komt allemaal wel goed. Dat komt het altijd. Ik hoef ze alleen maar het goede voorbeeld te geven en te onthouden dat ik zelf vroeger niet veel anders ben geweest. Wat zal ik hier dan mijn eigen nest zitten bevuilen. Het zijn schatjes, die gewoon de kans moeten krijgen hun eigen fouten te maken in het vertrouwen dat ik er straks weer aan kom met een heerlijk veldmuisje. Laat ze nog maar even mijn takkelingen zijn.

bottom of page