INGRID DE JONG
PAINTED ART
Heel stilletjes laat ze zich uit bed glijden en kijkt nog even om. Wat een heerlijke nacht was dat. Om nooit te vergeten. Ze staart naar zijn gezicht en neemt iedere lijn daarvan in zich op. Het is net alsof ze al jaren niet anders heeft gedaan dan naar zijn gezicht kijken. Zo vertrouwt voelt het, zo eigen en bekend. Zelfs in zijn slaap lijkt het net alsof hij nog dicht bij haar is. Alsof hij alleen maar met zijn ogen dicht ligt na te genieten en ieder moment van de voorbije uren heel langzaam achter zijn gesloten oogleden ligt te bekijken. Zijn gezicht is totaal ontspannen en om zijn mond speelt nog een tevreden glimlach. Ja, hij slaapt en voor haar is het maar al te duidelijk waar zijn gedachten op dit moment zijn. Ze laat haar ogen verder gaan en probeert alles in zich op te nemen. Zijn borstelige wenkbrauwen, het kleine littekentje op zijn wang, zijn grote oorlel. Alles wat ze ziet is haar even lief. En er is zo veel om lief te hebben van dat grote lijf dat nu voor haar ligt. De lakens van het bed zijn één grote wirwar geworden en hij ligt daar totaal ontspannen de grote onschuld te zijn. Een grotere tegenstelling tot even tevoren is bijna niet mogelijk. Ze weet wat ze heeft gezien, maar ze weet ook dat er morgen niets meer van zal bestaan wanneer hij wakker wordt. Hoe graag ze ook nog bij hem wil blijven en iedere seconde wil benutten om van hem te genieten, ze kan het niet meer. Ze wil weg zijn voordat hij wakker wordt en zijn blikken haar weer gaan ontwijken. Ze wil de herinneringen vasthouden zoals zij ze beleefd heeft en nergens door laten vertroebelen. Nog een laatste keer kijkt ze de kamer rond en vangt een glimp van het totaalbeeld op in de spiegel van de linnenkast. Ondanks het gebrek aan licht ziet ze heel duidelijk haar droom weerspiegelt. Nee, het was geen droom. Ze heeft zich niets ingebeeld, maar de realiteit is ook dat zij dit keer degene is die moet gaan. Zachtjes loopt ze naar de deur toe en sluit haar hand om de kruk. Nog maar een paar stapjes voordat de deur achter haar in het slot zal vallen. Ze wil het niet, maar toch loopt ze door en kijkt niet meer om.