top of page

De mens is maar een vreemd creatuur:

maakt eerst kapot, om daarna te willen opbouwen.

Hij beschermt zichzelf met een buitenmuur,

waarachter de natuur dan weer op zichzelf mag gaan vertrouwen.

​

Eerst maar weer terug naar een 'normale' situatie,

een langzaam herstel van het verstoorde evenwicht.

Kleinschaligheid zorgt voor de nodige deformatie

en geeft nog maar zelden een vergezicht.

​

Natuurbehoud: een foto, een geschreven woord.

Omheind met hekken en aangegeven looppaden.

Niet langer de beleving van een prachtig oord,

waar de zintuigen zich even konden opladen.

​

Opbouw is nabijheid willen, nabijheid zoeken en ook toestaan;

het staat haaks op afstand bewaren.

Net zoals dat de essentie van het bestaan

iets is wat alleen kan worden ervaren.

​

Wat heb je aan zintuigen als zien en horen,

proeven, voelen of ruiken.

Iedere beleving raakt volledig verloren,

wanneer je ze op afstand moet gebruiken.

​

Natuur is net zo kwetsbaar als een zeldzame vriendschap.

Het moet ervaren en gekoesterd worden, met alle zintuigen.

Alleen dan kun je werken aan behoud en verwantschap,

waar ook deze Hooglander zijn hoofd voor lijkt te buigen.

​

Ik hoorde hem kauwen, voelde zijn rust en liet hem lekker begaan.

Met zijn hoorns heeft hij geen enkele afstand aangegeven,

waar mijn bestaan hem toch echt niet was ontgaan.

Van nabij mocht ik hem, op mijn manier, even intens beleven.

bottom of page